Geschiedenis





SCHAKEN ALS TIJDVERDRIJF TIJDENS BOMBARDEMENT

GENT - Wat kun je zoal doen om de tijd te verdrijven als je opgeëist bent en ergens in Duitsland, ver van huis, veel te veel vrije tijd hebt? “Schaken”, dachten enkele postmannen uit het Gentse die in 1943 naar het Duitse Frankfurt am Main werden gestuurd. Schaken werd voor hen niet alleen een plezierig tijdverdrijf tijdens rusturen of tijdens hun verblijf in de schuilkelders. Het was ook een goede manier om hun miserie en hun heimwee naar huis te vergeten. “Dat onofficiële schaakclubje mocht niet verloren gaan”. Daar waren de leden het over eens. Ze deden de plechtige belofte om eens terug in Gent een echte schaakclub te stichten, als ze de oorlog heelhuids doorkwamen.

Ze bleven allemaal in leven en ze hielden woord. Op 2 januari 1945 hielden Richard Pelfrène en Henry Edmond de schaakvereniging Post-Gent 1945 boven de doopvont. Henry Edmond werd de eerste voorzitter van de vereniging die op dat moment maar zeven leden telde.

Begin januari 1995 bestaat de club officieel 50 jaar. Daarmee is Post-Gent 1945 de oudste schaakclub van Gent. “Als we de eerste jaren mee tellen bestaat de club al langer. We hebben ons jubileum al in oktober”, vertelt Willy De Mets. Zelf behoorde hij niet tot het groepje oprichters. Hij kwam in 1946 bij de club en is momenteel het oudste spelend lid. “Ik heb sinds mijn toetreding aan alle clubkampioenschappen meegedaan maar geen enkele keer gewonnen. Ik was niet ambitieus genoeg om de schaaktheorie echt te studeren.”

Van de zeven eigenlijke oprichters zijn er nog drie in leven. Maar die zijn niet meer bij de club. Ze zijn dan ook al in de tachtig.”

Volgens Willy De Mets heeft de club alles samen 133 leden gehad. ‘Daarbij waren twee Engelsen, die hier na de oorlog blijven hangen zijn, en drie vrouwen.”

Post-Gent 1945 is een van de drie overgebleven schaakclubs van de Sportfederatie der Posterijen, samen met Brussel en Charleroi. “Vroeger hadden veel postkantoren een eigen club, maar de meeste zijn ter ziele gegaan. Als postclub zijn we verplicht om twee derde van onze leden binnen de post te rekruteren. Momenteel zijn we met z’n negentienen, maar het wordt wel steeds moeilijker om jonge mensen te vinden.

Van de Belgische Schaakbond is de club geen lid. “Het lidgeld is voor ons veel te hoog. En daarbij komt dat wij niet op zondag willen spelen.”

De huidige voorzitter is zo trots op de hoge leeftijd van de club dat hij koning Albert II zal vragen om Post-Gent 1945 de titel Koninklijke Schaakclub Post-Gent 1945 te verlenen.


CAÏSSA BEKOORT SCHAAKKLUB POST-GENT AL HALVE EEUW

Gent - De leden van Schaakclub Post-Gent 1945 spelen al ettelijke jaren hun partijtjes in een knus kelderzaaltje van café Rotonde aan de Kortrijksesteenweg. Post-Gent is met zijn zeventien leden geen grote vereniging, wel een vriendenkring van mensen van wie de meesten bij De Post werken. De club heeft een opmerkelijke Duitse voorgeschiedenis. Wegens het vijftigjarige bestaan van Post-Gent biedt de stad Gent het clubbestuur en -leden vanochtend een receptie aan op het stadhuis. Binnenkort mag de club ook het predikaat koninklijk aan zijn naam toevoegen.



De bezetters stuurden in 1943 veertig postbeambten uit de Gentse regio voor verplichte tewerkstelling naar Frankfurt-am-Main. Daar stichtte postman Richard Pelfrène al snel een informele schaakclub voor zijn lotgenoten. Voor de opgeëiste brievenbestellers betekende schaken niet alleen een tijdverdrijf in rustperioden of als ze tijdens bombardement in de schuilkelders zaten, maar was ook een middel om de geest te scherpen, de oorlogsellende te vergeten en het heimwee even van zich af te zeten.

Sommigen deden toen de plechtige belofte bij hun heelhuidse terugkeer in Gent een echte schaakclub op te richten. Het bleef niet bij die belofte en tweede nieuwjaarsdag 1945 werd de officiële stichtingsdatum van de Schaakclub Post-Gent 1945.

Huidig clubcoach en lid van het eerste uur Willy De Mets kan daar honderd uit over oververtellen. “Ik was toen zeventien en bij de start liep lang niet alles gesmeerd. De stichters hadden in die tijden van schaarste onvoldoende centen om clubmateriaal te kopen, zodat ieder lid zijn eigen bord of schaakstukken meebracht. Zonder het doorzettingsvermogen van voorzitter Pelfrène hadden we het geen zeven weken uitgehouden. In het begin speelden we in café De Zwaan aan de Zwijnaardsesteenweg. Dat was van de schoonouders van de bekende Gantoisevoetballer Richard Orlans.

“In de loop van de jaren zochten we weleens een andere stek, soms noodgedwongen. Zo huisde de club onder meer in de toen bekende zaken zoals de Astoria op de Korenmarkt, de Colombophile aan de Rooseveltlaan en nog een Zwaan naast de Minardschouwburg. Maar hier, in de Rotonde, zitten we nog jaren goed.”



Post-Gent 1945 beperkte zich in vijftigjarig bestaan niet tot zijn clubkampioenschap. Het speelde wedstrijden tegen andere postteams en ploegen van de RTT. Post-Gent 1945 werd negentien keer Belgisch kampioen. De vriendschappelijke wedstrijden tegen Jean Jaurès Gent en de Wondelgemse Witte Kaproen zijn een jaarlijkse traditie.

Op de vraag of het bij schakers dan aldoor ernstig toegaat heeft veteraan Willy De Mets zijn antwoord klaar: “Ik verzeker u dat we vaak leuke dingen meemaakten. Zo speelden we ooit een wedstrijd tegen Brussel II. De directeur daar stelde de kantine ter beschikking, met goedkope postconsumpties. Dat had gevolgen, want tijdens onze terugrit die zaterdagavond moest van onze spelers zo nodig. De chauffeur stopte aan de rand van de weg, onze man wankelend de auto uit, en ja, hij sukkelde in een volle sloot. We hebben onze drijfnatte vriend dan maar in ijltempo naar huis gebracht.”